Witte wijnen zijn er in alle soorten en smaken. Van heel frisse, lichte wijnen die lekker wegdrinken op een terrasje tot volle, houtgerijpte wijn, die zich prima laat combineren met een uitgebreid diner. Wat is nu uitgesproken frisse wijn, en welke druif levert een volle wijn op? Het antwoord daarop is minder eenduidig dan u wellicht zou denken.
Frisse witte wijn Bij frisse, lichte witte wijn denken veel mensen al snel aan sauvignon blanc. Deze druif levert inderdaad voornamelijk lichtere witte wijnen op – hoewel er natuurlijk veel verschil zit in waar de druif vandaan komt, hoe het productieproces eruit ziet en hoe de rijping is geweest. Maar de meeste sauvignon blanc-wijnen hebben, evenals wijnen van pinot gris, wel een frissere en subtielere smaak gemeen. Bij de pinot gris valt vaak een wat kruidiger ondertoon te ontdekken, maar ook voor deze wijnen geldt dat ze weinig uitgesproken of bombastisch zijn. Ze zijn aromatisch, maar overheersen niet. Precies wat je op het terras graag wilt.
Vollere witte wijn Welke druivensoorten leveren dan een wat vollere witte wijn op? Dat hangt er helemaal vanaf. Chardonnay bijvoorbeeld is een druif die over de hele wereld, in alle wijn producerende landen, wordt geteeld. Overal levert dat natuurlijk zo zijn eigen smaaknuances op, maar in zijn algemeenheid kun je zeggen dat deze druif wat ronder van smaak is dan de bovenstaande soorten. Tel daarbij op dat chardonnay prima op RVS kan rijpen, maar zich ook perfect leent voor houtrijping, en er ontstaat een breed palet aan chardonnay wijnen. Van fris en fruitig tot voller en zwaarder.
Oogsttijd Een andere factor die van invloed is op de smaak van de wijn is het moment van oogsten. Zo kan een Chenin blanc-druif die aan het begin van het seizoen wordt geoogst een vrij frisse wijn opleveren. Wordt diezelfde wijn geoogst terwijl hij volledig rijp is, en wordt de wijn vervolgens ook nog op hout gelagerd, dan levert dat een gastronomische, gelaagde en volle witte wijn op. Nog extremer is dat effect merkbaar bij ijswijn. Deze wijn wordt over het algemeen gemaakt van Duitse riesling-druiven. Wanneer die vroeg in het seizoen worden geoogst, leveren ze een droge wijn op met fijne, mineralige accenten. De rieslingdruiven van ijswijn worden echter pas geplukt nadat ze door nachtvorst bevroren zijn. Tegen die tijd zijn ze zo rijp dat het praktisch rozijnen zijn geworden, en is de daaruit voortvloeiende wijn dus ook heel zoet en vol. Twee naast elkaar gelegen wijngaarden met dezelfde druivensoort kunnen dus, alleen al door het moment van oogsten, twee totaal verschillende wijnen produceren.
Advies op maat Tel daarbij op dat elk jaar zijn eigen, unieke weersinvloeden op de druivenranken heeft, en het is duidelijk: wijn is geen simpele wiskunde uit de categorie ‘chardonnay = fris’. De smaak is afhankelijk van veel omstandigheden. Bovendien is smaak heel persoonlijk. Zoekt u een specifieke witte wijn? Bekijk dan de omschrijvingen bij de wijnen op onze site, neem contact op of kom langs voor een advies op maat. We helpen u graag bij het maken van uw keuze voor witte wijn. Of die nu fris, vol of daar tussenin moet zijn!